Omschrijving:
Een heerlijk tussendoortje van Hollandse bodem.
Ingrediënten:
125 gram tarwebloem,
125 gram boekweitemeel,
circca 3 deciliter lauwe melk,
1 ei,
10 gram gist,
2 eetlepels keukenstroop,
iets zout,
80 gram gesmolten boter,
poedersuiker.
Bereidingswijze
- Zeef de beide meelsoorten door elkaar, maak in het midden een kuiltje en git hierin een klein edeelte van de leuw gemaakte melk, waarin de gist is opgelost.
- Strooi het zout langs de buitenste rand van de bloem en begin, vanuit het midden, te roeren en een beslag te maken.
- Voeg langzamerhand de overige melk, daarna het losgeklopte ei (en de stroop) toe en laat het beslag drie kwartier op een warm plaatsje rijzen.
- Doe wat boter in elk kuiltje van de poffertjespan, vul ze voor ongeveer de helft met het beslag en laat de poffertjes aan de onderkant lichtbruin woden en opdrogen.
- Keer ze om, bak ze aan de andere kantgaar en dien ze zo warm mogelijk, als eenpersoons porties op,
met een flinke laag poedersuiker en met een klontje boter, dat in het midden van de poffertjes wordt gelegd.