Omschrijving:
Een heerlijk Hollands koekje, om zelf te maken.
Ingrediënten:
Voor de wafels:
500 gram bloem,
250 gram gesmolten boter,
150 gram witte basterdsuiker,
50 gram gist,
een beetje lauwe melk,
1 ei.
Voor de vulling:
500 gram stroop,
300 gram donkere basterdsuiker,
75 gram boter,
1 theelepel kaneelpoeder.
Bereidingswijze
- Het geheim van de stroopwafel valt in twee delen uiteen. De ene helft van
het geheim is, dat u de wafels alleen warm kunt verwerken; anders breken
ze. De andere helft is dat door de stroop boter en suiker moeten worden
gewerkt, waardoor de stroop nog stijver en nog kleveriger wordt. Ook de
bereiding bestaat uit twee delen: het bakken van de wafels en het maken van
de vulling.
- Maak van de wafelingredienten een beslag. Laat u daarbij niet misleiden
door het woord 'beslag`, want het wordt een vrij stevige massa die u met de
handen door elkaar zult moeten kneden.
- Laat het deeg 3 kwartier rijzen, liefst op een vochtig-warme plek.
- Kneed het dan opnieuw en verdeel het vervolgens in balletjes ter grootte van een
stevige knikker.
- Bereid dan de vulling: Verwarm de stroop en meng er de andere ingredi?nten door.
- Leg een balletje deeg in een wafelijzer en bak het aan beide kanten gaar.
- Til de wafel met een mes uit het ijzer en snijd hem open als hij nog warm
is (wacht u te lang, dan zal de wafel breken).
- Besmeer de ene wafelhelft met de vulling en druk de andere helft erop.
Om te voorkomen dat u niet snel genoeg bent om de wafels open te snijden, kunt
u het bakken en opensnijden het beste met z'n tweeen doen.